Vulkanen, waterval, meren - Reisverslag uit Berastagi, Indonesië van Mieke Huvenaars-van den Berg - WaarBenJij.nu Vulkanen, waterval, meren - Reisverslag uit Berastagi, Indonesië van Mieke Huvenaars-van den Berg - WaarBenJij.nu

Vulkanen, waterval, meren

Door: Peter

Blijf op de hoogte en volg Mieke

29 Mei 2018 | Indonesië, Berastagi

Voor wie het niet gewend is om “op de bonne foi” te reizen heb ik ook wat geregel opgeschreven. De vier nachten in Back to Nature hadden we thuis geboekt. Maar vanaf nu moeten we alle overnachtingen, vluchten, reizen en uitstapjes ter plekke regelen.

Bij aankomst in Back to Nature werd al gevraagd wat onze plannen na Bukit Lawang waren. “Don’t worry, we can help you!”. En zo werd al vlug een deelauto met chauffeur naar Berastagi geregeld en werd bevestigd dat het guesthouse dat we op Bookings gevonden hadden een goede keuze was. (De manager van Back to Nature was er ook geweest, de driver zou ons er voor de deur afzetten). Zo zie je maar, je hoeft niet alles van te voren geregeld te hebben. Je zegt wat je wilt en er wordt gezorgd dat het gaat lukken.

Berstagi is een klein stadje dat 5 uur autorijden van Bukit Lawang ligt. Het ligt op 1300 m hoogte en daardoor lekker koel voor de Medanezen. En vooral voor de Nederlandse plantagehouders die in de koloniale periode er de hitte en de malaria muggen ontvluchtten. Berastagi stelt niet veel voor. Wij wilden vooral de omgeving bekijken en gaan wandelen.

Ook hier werd meteen gevraagd naar onze plannen en binnen 5 minuten was vervoer en een gids voor twee dagen geregeld. Zelf moesten we alweer bedenken hoe we in onze volgende bestemming konden komen. We wilden van Medan naar Padang vliegen en daarna naar het Maninjau meer rijden. Maar het lukte ons nog niet een vlucht te boeken (computer liep vast)

Met onze gids Ria gingen we de volgende dag naar de Gunung Sibayak. Een vulkaan van 2172m hoog sinds 150 jaar niet meer actief. Over een smal en stijl pad door het oerwoud klimmend en hoger over stenen en langs rotsen klauterend kwamen we bij de kraterrand. Eerst zacht maar hoe dichter we de rand kwamen hoe harder het sissen klonk. Toen we op de rand van de krater stonden zagen we de felgele openingen in de rotswanden waaruit met kracht de sissende zwaveldampen ontsnapten. Helemaal ‘niet actief’ is de vulkaan dus ook niet! We konden wel dicht bij die fumarolen komen en voelden die warme gassen uit de aarde ontsnappen.

Niet alleen toeristen zijn zo gek om in een vulkaankrater te klimmen. Bij enkele van deze openingen werden groente, fruit, bloemen en sigaretten als offergaven gelegd. Natuurlijk om de boze vulkaangoden gunstig te stemmen. Een andere reden om de zware tocht naar boven te maken is de winning van zwavel. Arbeiders dragen dan de tot 50 kg zware last naar beneden. Het zwavel is bestemd voor de chemische industrie.

In de krater lag een meer. Daar zijn we nog in afgedaald om te voelen hoe heet het water was. Koud dus. Het was boven erg bewolkt en konden de kraterwand niet helemaal overzien. Ook de actieve vulkaan Gunung Sinabung, die hier vlakbij ligt hebben we niet kunnen zien.
Over hetzelfde pad naar beneden werden we overvallen door een regenbui. Ondanks ons regenjasje werden we steeds natter en het pad ging steeds meer op een riviertje lijken. Doorweekt en koud kwamen we onder aan.

Aan de voet van de vulkaan wordt met grote installaties thermische energie gewonnen en omgezet naar elektriciteit. Maar dat warme water wordt ook gebruikt in de verschillende thermaal baden. Daarin hebben we ons lekker opgewarmd maar helaas, we moesten die natte kleren weer aan! Eenmaal terug in het guesthouse, na een warme douche en met droge kleren aan voelen we ons weer goed.

Ook hier werd gevraagd wat onze vervolgplannen waren en we vertelden dat we naar Minanjau wilden maar dat de boeking nog niet gelukt was. “Don’t worry, we can help you!”, was de reactie en na twee telefoontjes kon voor de tickets gezorgd worden en gaven ze ons het @ adres van een bevriende chauffeur (op 20 uur afstand!). We gaven het geld voor twee tickets en een uur later hadden we de vluchtbevestiging naar Padang via WhatsApp, een guesthouse via bookings en lokaal vervoer naar Maninjau via de email. Hoe moeilijk kan het zijn.

De dag daarna zijn we weer met Ria op pad gegaan en zijn naar de actieve Gunung Sinabung gereden. In de omgeving van een vulkaan liggen vaak veel dorpjes omdat de grond eromheen bijzonder vruchtbaar is. Zo ook het dorpje dat we bezochten. Helaas lag dit dorpje te dichtbij en was bij een uitbraak in 2014 deels bedolven, waarbij 14 mensen omkwamen. De vulkaan is de laatste jaren regelmatig uitgebroken waarbij vele mensen moesten evacueren. Op last van de regering heeft iedereen het dorp moeten verlaten en steun gekregen om ergens anders te gaan wonen. Het is nu een “ghost town” geworden en het voelde bedreigend om door een verlaten dorp te lopen waar de actieve vulkaan boven uitsteekt. Een korte stop bij het seismologisch centrum leerde ons dat alle vulkanen continue bewaakt worden om de omgeving op tijd te waarschuwen.

Lingga, een ander dorpje daar in de buurt, wonen de Karo-Bataks nog in traditionele huizen. We mochten in een familiehuis binnen. In een centrale ruimte waarin gekookt, gerookt (vis), gerookt(sigaret) en geleefd wordt en met ‘slaapkamers’ rondom, wonen 8 gezinnen, samen 40 man. Elk gezin hoort bij een andere clan. Binnen een clan trouwen is verboden en als een meisje met een jongen uit een andere clan trouwt gaat ze met de jongen in zijn clans huis wonen. Het is bijzonder dat ondanks de christelijke zendingsdrift deze traditionele leefvormen nog bestaan.

De laatste stop op deze dag was de Sipisopiso waterval. Vanaf een platform hadden we een mooi uitzicht over het Tobameer met het Samosir eiland er middenin . Het is een vulkaankratermeer zo groot als het IJsselmeer. Het is ook een populaire bestemming maar wij gingen er niet naar toe. Misschien jammer maar je mag keuzes maken toch? De waterval is misschien een lokale topper maar ondanks de vele treden naar de voet van de waterval en weer omhoog, kregen we het er niet warm van en viel dit tegen. Voor Indonesië is het de hoogste waterval maar in Europa zijn wij natuurlijk meer gewend.

Na deze vermoeiende dag was het fijn dat we in ons guesthouse konden eten . Zo waren we weer vroeg gepakt voor de volgende dag. De deeltaxi die ze voor ons geregeld hadden zou ons de volgende morgen naar het vliegveld van Medan brengen.

Groetjes van Peter en Mieke



  • 29 Mei 2018 - 20:21

    Nettie Van Der Venne:

    Ziet er alweer uit als een flinke inspanning maar wel weer een prachtige omgeving. Zeker is: ik doe het jullie niet meer na!
    Het lijkt er wel op dat het inderdaad weer een heel ander eiland is vergeleken met Java, Bali en Floris.
    Maar die hebben jullie allemaal nog te goed dus daar kom je vanzelf achter. Veel plezier bij het vervolg enne.... doe het rustig aan he?
    Liefs
    Nettie

  • 29 Mei 2018 - 22:22

    Moniek:

    Peter en Mieke,

    Wat leuk om weer een mooi verslag te kunnen lezen.
    We reizen helemaal met jullie mee op afstand. Echt zo tof dat jullie weer aan het genieten zijn van zo’n mooi avontuur!

  • 08 Juni 2018 - 00:28

    Annie H:

    Nou nou, dat maak je hier niet mee dat ze zo behulpzaam zijn, en het is lekker makkelijk dat alles zo voor je geregeld wordt. Ben ook maar blij met je voeten want per voet hebben jullie 28 botten, 33 gewrichten, 107 banden en 19 pezen en spieren, wat een goede basis is om al dat klim en klauterwerk van jullie op een goede manier uit te kunnen voeren.


Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Mieke

Actief sinds 23 Dec. 2009
Verslag gelezen: 245
Totaal aantal bezoekers 55764

Voorgaande reizen:

29 September 2019 - 31 Oktober 2019

Zuid-Afrika

20 Mei 2018 - 28 Juni 2018

Indonesië

17 Januari 2017 - 19 Februari 2017

Zuid India

22 Mei 2015 - 25 Juni 2015

Peru, Chili, Bolivia

22 Oktober 2012 - 23 November 2012

Vietnam

06 Januari 2010 - 10 Februari 2010

Mijn eerste reis naar Thailand, Laos en Cambodja

Landen bezocht: